De slechtste minister?

28 november 2008, column Bert van den Braak

Behalve politicus is PVV-leider Geert Wilders sinds kort ook historicus. Hij heeft tweehonderd jaar parlementaire geschiedenis bestudeerd en het beleid van alle ruim vijfhonderd ministers die ons land heeft gehad tegen het licht gehouden, en is tot de conclusie gekomen dat de onlangs afgetreden minister Ella Vogelaar de slechtste van allemaal was.

De vraag is natuurlijk of de stelling van Wilders de toets der historische kritiek kan doorstaan. Historici nemen als regel wat meer afstand in tijd voor zij oordelen. Het oordeel over kabinetten of personen blijkt na verloop van tijd vaak minder negatief te zijn dan zich aanvankelijk liet aanzien. Zowel de kabinetten-De Quay en -De Jong, als de beide leiders daarvan, kregen recentelijk een veel positiever rapport dan in de tijd van hun optreden.

Bij oud-minister Vogelaar was vrijwel direct na haar aftreden al sprake van een positieve (her)waardering van haar ministerschap. In de wijken waarvoor zij zich inzette, bleek opvallend veel waardering te bestaan voor haar betrokkenheid en getoonde bereidheid om samen met de bewoners naar oplossingen te zoeken. De algemene koers van haar wijkenbeleid - die al was ingezet door de VVD-ministers Dekker en Winsemius - werd feitelijk alleen door PVV en SP afgewezen.

Ook over haar toon in het integratiedebat waren sommigen goed te spreken. Hardliners vonden haar weliswaar te soft, maar anderen - ook leden van oppositiepartijen - meenden dat haar genuanceerde lijn juist verstandig was. Voor de PvdA-top was niet zozeer het beleid, maar waren vooral de presentatie daarvan en de daardoor ontstane beeldvorming reden om haar als minister te vervangen.

Er zijn in de parlementaire geschiedenis ministers geweest die een veel bredere negatievere 'score' hadden. Als we ons beperken tot de afgelopen honderd jaar dan zijn er diverse ministers die vrijwel unaniem als mislukking werden beschouwd. In het interbellum gold dat voor minister Waszink van Onderwijs in het kabinet-De Geer. Hij leed diverse (wetgevende) nederlagen en staat bekend als de meest bekritiseerde minister van Onderwijs uit de parlementaire geschiedenis. Over P.J. Reymer, minister van Waterstaat in het derde kabinet-Ruijs, gaf P.J. Oud zelfs als oordeel dat hij volkomen onministeriabel was.

In het eerste kabinet-Drees bleek de minister van Oorlog en Marine, W.F. Schokking, volstrekt niet op zijn plaats te zijn. De topdiplomaat H.N. Boon schreef over hem dat hij een volkomen mislukking als minister was. Van diverse kanten, ook in het kabinet, werd zijn weifelende defensiebeleid bekritiseerd, waarna hij uiteindelijk de eer aan zichzelf hield. Voor hem gold overigens als verzachtende omstandigheid dat zijn collega Lieftinck van Financiën geringe bereidheid toonde om meer geld uit te trekken voor defensie.

Soms kwamen op zichzelf bekwame personen op posten terecht die hen minder goed lagen. Dat gold zeker voor Charles van Rooy, minister van Sociale Zaken in het kabinet-De Quay, die in die functie totaal mislukte. Van Rooy had een mooie burgemeestersloopbaan achter zich en werd na zijn ministerschap een gewaardeerde Commissaris van de Koningin in Limburg, maar voor het lastige departement van Sociale Zaken bleek hij ongeschikt. Hij was voor die functie gevraagd door zijn vriend Beel, invloedrijk KVP'er, nadat vele anderen waren afgehaakt of waren geweerd.

Van zo'n uit nood geboren ministerschap was ook sprake in 1967 toen de KVP'er Leo de Block het ministerschap op Economische Zaken aanvaardde. De Block was topman van de KLM geweest en daarna staatssecretaris op Buitenlandse Zaken. Hij kon zich in het parlement niet handhaven tegen geduchte tegenstanders als Gerda Brautigam en Marcus Bakker. Brautigam oordeelde dat hij 'te lief' voor de politiek was.

Van Rooy en De Block traden tussentijds af. Dat deed niet Chris van der Klaauw, VVD-minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Van Agt I. Deze voormalige diplomaat werd minister nadat drie anderen hadden bedankt en bleek in het parlement uitermate - om het zacht uit te drukken - 'onwennig'. In de pers kreeg hij het zwaar te verduren en de linkse oppositie nam hem fel onder vuur. Niettemin wist hij moeilijke dossiers als de onderzeebootorder voor Taiwan en het kruisrakettenbesluit met succes te verdedigen.

Wie van hen nu de slechtste was, is moeilijk te zeggen. Sommigen van deze 'slechte' ministers wisten zich te handhaven en kregen hier en daar toch ook waardering. Vaak was er begrip voor bijzondere omstandigheden, die het politieke leven van de minister ernstig hadden bemoeilijkt.

Voor een volkomen negatief oordeel over het ministerschap van Ella Vogelaar is het sowieso nog veel te vroeg, laat staan dat zij dus 'de slechtste' zou zijn. Het oordeel van Wilders heeft - zo moge duidelijk zijn - geen enkele historische relevantie.



Andere recente columns